planning
(zelfstandig naamwoord) [alg.] planvorming, voorbereiding, uitstippeling - Voor de voorbereiding van de opdeling van de belastingdienst moeten er eerst drie staatssecretarissen gevonden worden. [org.] werkindeling, tijdpad, werkplan, projectplan - Het tijdpad is altijd krap, want dat scheelt kosten.