Wat is de betekenis van plakken?

2024-04-26
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

plakken

1) (1901) (Barg.) arresteren, aanhouden. • Plakken: aanhouden. (Henry Roskam: Boeven-jargon. 1948) • geplakt, (Barg.) gevangen, gearresteerd. (Fokko Bos: De vreemde woorden. 1955) • (Van Dale Modern Bargoens Woordenboek. 2009) • (Paul van Hauwermeiren: Bargoens. Vijf eeuwen geheimtaal van randgroepen in de Lage Landen. 2020)...

2024-04-26
Ewoud Sanders woordenboeken

Ewoud Sanders (2019)

plakken

aanhouden, arresteren, gevangen nemen In deze betekenis in 1901 voor het eerst aangetroffen, in een literaire tekst. In 1948 voor het eerst opgenomen in een Bargoense woordenlijst, Boeven-Jargon van Henry Roskam. Een ‘politieagent’ werd onder zwarthandelaren wel een plakker genoemd, aldus Roskam. • Ja, ’t is eeuwig stom van ’m gewees...

2024-04-26
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

plakken

plakken - regelmatig werkwoord uitspraak: plak-ken 1. met lijm of plakband vastmaken ♢ we hebben alle foto's in een album geplakt 2. ergens aan vast blijven zitten ♢ als plakband oud is, dan pla...

2024-04-26
Bridge Opzoekboek

drs. Toine van Hoof (2017)

plakken

ingooien

2024-04-26
Jargon & Slang van Wielrenners

Marc De Coster (2017)

Plakken

Plakken - 'aan het wiel van de tegenstander plakken': in zijn onmiddellijke buurt blijven, aan zijn wiel hangen. Fr. coller; Eng. to tail.

2024-04-26
Typisch Vlaams woordenboek

Ludo Permentier en Rik Schutz (2015)

plakken

pleisteren, stukadoren Michel werkte altijd als zelfstandig stukadoor, 'plakker' zoals ze het beroep ook noemen. 'Ik plakte niet alleen in huizen, het gebeurde ook wel eens dat ik na het werk op café bleef plakken,' fluistert hij. (Het Laatste Nieuws) Het werk van de stukadoor of stucwerker heet in...

2024-04-26
Wielerwoordenboek

Fons Leroy en Wim van Rooy (2010)

plakken

plakken: zich aan een tegenstander vasthangen.

2024-04-26
Wielersportwoordenboek

Jan Luitzen (2009)

plakken

(onov ww; plakte; h. geplakt) 1 - dicht achter een voor rijdende renner blijven rijden, bv. om de eigen krachten op te sparen (voor de finale) of omdat de voor rijdende renner de grootste concurrent is, syn. colleren: aan iem. blijven plakken (een plakker zijn), steeds in zijn wiel blijven. 2 - (van een (binnen)band) herstellen, repareren, lappen:...

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-26
Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

plakken

(plakte, geplakt) in België ook: fineren, met dun hout beleggen, stukadoren, (be)pleisteren. Wie daar binnenwandelt, ziet een lichte ruimte vol kleurige schilderijen en collages. Aan de overkant van de galerij is een atelier, waar mensen druk aan het schilderen en plakken zijn. - GvA, 06-06-2002) Zie op krediet kopen, poffen, in de handen kla...