Pikol
[Mal. pikul = oorspr.: bep. Javaanse maat, nl. zoveel als een man aan elk einde van een schouderjuk kan dragen, van pikul = dragen] bep. handelsgewicht (ruim 61 kg).
A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)
[Mal. pikul = oorspr.: bep. Javaanse maat, nl. zoveel als een man aan elk einde van een schouderjuk kan dragen, van pikul = dragen] bep. handelsgewicht (ruim 61 kg).
Veerman (1954)
ook picol en pikoel. Eigenlijk zoveel als ieder der beide mannen aan het eind van een gemeenschappelijke draagstok kan dragen. Aanvankelijk verschillend, later officieel vastgesteld op 125 Amsterd. pond 61,76 kg. Als inhoudsmaat ca 67 1.
John Kooy (1933)
N.O.-I. gewicht (Maleisch, eigenlijk: zooveel als door 1 man kan worden gedragen), 100 kati, 61,7613 kg; voor zout ± 56 kg. ' '
Jozef Verschueren (1930)
('pikol) o. (—s) [Mal. vrucht die aan een → pikolan kan gedragen worden] O. I. handelsgewicht en maat van 61,76 kg.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: