pikant
pikant - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: pi-kant 1. scherp gekruid ♢ dat gerecht was wel erg pikant 2. wat je nieuwsgierigheid prikkelt ♢ Jur had weer een pikant nieuwtje te vertellen ...
Muiswerk Educatief (2017)
pikant - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: pi-kant 1. scherp gekruid ♢ dat gerecht was wel erg pikant 2. wat je nieuwsgierigheid prikkelt ♢ Jur had weer een pikant nieuwtje te vertellen ...
Van Dale Uitgevers (1950)
(<Fr.), bn. bw. (-er, -st), 1. scherp, de smaak sterk prikkelend: een pikante saus; 2. de geest prikkelend door bijzonderheid of gewaagdheid: pikante bijzonderheden; een pikante anecdote; die geschiedenis is zeer pikant; 3. bits, vinnig: zij is altijd pikant, scherp, beledigend; 4. naijverig: pikant op elkander...
Jacon Kramers Jz (1948)
stekend, prikkelend, scherp; fig. hatelijk; de nieuwsgierigheid of de belangstelling prikkelend, puntig of geestig leuk; ook; gewaagd.
M. J. Koenen's (1937)
bn., bw. (Fr. piquant: 1 prikkelend op de tong, het verhemelte; scherp, stekelig; 2 fig. hatelijk, vinnig; de belangstelling, de nieuwsgierigheid prikkelend; puntig-leuk, guitig-geestig; ook wel: gewaagd, aanstoot gevend): 1 een pikante saus; 2 een pikante geschiedenis; zich pikant uitdrukken; zelfst. iets pikants.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: