Wat is de betekenis van piercing?

2024-04-26
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

piercing

Het begrip piercing heeft 3 verschillende betekenissen: 1) door het lichaam geprikt sieraad. sieraad in de vorm van een ringetje of een stalen staafje met een balletje, steentje of puntje eraan dat door de huid geprikt is. 2) het zetten van een piercing. handeling waarbij de huid wordt doorboort op plaatsen zoals tong, navel, wenkbra...

2024-04-26
Op-en-top Nederlands

Frens Bakker, Els Ruijsendaal, Paul Uljé, Dick van Zijderveld (2022)

piercing

(zelfstandig naamwoord) [alg.] huidsieraad, spiesjuweel - Ikzelf zou voor geen goud een huidsieraad dragen, maar sommigen staat het best goed. [alg.] doorsteking, spietsing - Doorstekingen roepen gemengde reacties op, maar de spietsing van oorlellen leidt zelden tot afkeurende reacties.

2024-04-26
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

piercing

piercing - zelfstandig naamwoord uitspraak: pier-cing 1. ringetje of knopje door een gaatje in je huid ♢ Maud heeft een piercing in haar navel Zelfstandig naamwoord: pier-cing de piercing ...

2024-04-26
Dokterswoordenboek

Jannes van Everdingen en Arnoud van den Eerenbeemt (2010)

piercing

Het doorboren van een lichaamsdeel (tong, navel, wenkbrauwen, lip, tepel, neusvleugel, piemel, schaamlip enz.) om daaraan een sieraad te bevestigen. Het woord ‘piercing’ komt van het Engelse werkwoord ‘to pierce’ (‘doorboren’). Al duizenden jaren maken mensen een gaatje in een lichaamsdeel om er een ringetje of sieraad aan te bevestigen. De Bijbel...

2024-04-26
Woordenboek van Neologismen

Marc de Coster (1999)

Piercing

Piercing - (Eng. ‘doorboren’), het aanbrengen van ringen door de huid heen. Meestal door oorlellen, maar vanwege het erotische aspect zijn tepels, schaamlippen en voorhuiden eveneens in trek. Inheemse volkeren piercen zichzelf al sinds mensenheugenis. Als vorm van lichaamskunst is piercing aan de westkust van de Verenigde Staten al populair sinds h...

2024-04-26
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Piercing

[Eng., van to pierce = doorboren] het maken van een gaatje in oor, tepel, penis, schaamlip enz. om een sieraad (meestal een ringetje) aan te brengen, als versiering of om lustgevoelens op te wekken.

2024-04-26
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Piercing

doorboren van lichaamsdelen om sieraden (b.v. ringen) aan te brengen

2024-04-26
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

Wil je toegang tot alle 9 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-26
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)