Wat is de betekenis van Piano?

Een klankschaal geplaatst op de snaren van een vleugelpiano kan voor rondzingende boventonen en creatieve klanken zorgen maar ook voor pokkeherrie en afschuwelijk gerammel. Toonclusters op de piano zijn gekend. Ook de met tape, ping-pong-balletjes, schroeven en kettingen bewerkte pianosnaren vonden hun weg in de nieuwe klankwereld. Namen als Henry...

Het begrip piano heeft 3 verschillende betekenissen: 1) groot klavierinstrument. groot klavierinstrument met snaren die gespannen zijn in een horizontaal of verticaal geplaatste klankkast achter het toetsenbord en die bij het aanslaan van de toetsen tot trillen worden gebracht door hamertjes met vilten koppen; ook een instrument met dezelfde...

De piano is een snaarinstrument en heeft 52 witte toetsen en 36 zwarte toetsen. Meestal heeft een piano twee pedalen, het linkerpedaal is om zacht te spelen en het rechter pedaal is om het geluid goed te laten doorklinken. Tussen het jaar 1698 en het jaar 1709 werd de piano uitgevonden door Bartolomeo Cristofori uit Florence. Toen heette het instru...

(1920+) (< Ital.) rustig; kalmpjes. (wielr.) rustig, kalmpjes aan (rijden). • Pioano = zacht. Pioano aan! Pioano, znw. = piano. (K. ter Laan: Nieuw Groninger Woordenboek 1924-1929) • Piano. bn. Langzaam, zoetjes; gew. anne piane. Hoe is 't mee de gezondheid?, niet erg goed; hoe is 't mee 't werk? —, niet te best. (L. Lievevrouw-...

De piano is een slag-, toets- en snaarinstrument uit de citerfamilie dat bespeeld wordt met een enkel klavier en 2 of 3 pedalen.

Piano - iemand piano laten spelen: iemands vingerafdrukken nemen. In zeer beperkte (Vlaamse politie)kringen gebruikt; onder invloed van Fr. passer au piano, dat in dezelfde zin wordt gebruikt. Ook in het Engelse politieslang niet ongebruikelijk: to play the piano.

piano - zelfstandig naamwoord uitspraak: pi-a-no 1. muziekinstrument met witte en zwarte toetsen ♢ mijn vader speelde mooi piano Zelfstandig naamwoord: pi-a-no de piano de piano's...

piano: rustig rijden.

Italiaans voor: rustig, kalmpjes aan (rijden). Bottecchia en Buysse konden de schade tot een minimum beperken. Lucien beter dan Ottavio, want die zat herhaaldelijk te kreunen en te kriepen en ‘Piano!’ te roepen in het wiel van de Belg. (Jan Cornand: Gouden Lucien Buysse. 1976) De volgende dag hadden alle renners afgesproken dat er ‘piano’ gereden...