peculiaris
peculiáris (-is, -e), - van Lat. peculĭum (van pecus, vee), vermogen: tot het persoonlijk vermogen behoorend, bij uitbreiding: eigendommelijk, eigenaardig.
Dr. C. A. Backer (1936)
peculiáris (-is, -e), - van Lat. peculĭum (van pecus, vee), vermogen: tot het persoonlijk vermogen behoorend, bij uitbreiding: eigendommelijk, eigenaardig.
Dr. J.F.L. Montijn (1949)
1. in iemds privaat bezit, eigen, oves, Pl., servus, Suet. 2. eigenaardig, bijzonder, testis, Cic., hoc mihi peculiare fuerit, Cic.; buitengewoon, edictum, Cic.
Prof. Dr. P.H. van Laer (1942)
(Lat.; = tot het eigen vermogen behorend; eigen; < pecúlium = het eigen vermogen). Motus peculiaris = eigen beweging (van de sterren), beschouwd ten opzichte van het algemeen gemiddelde der sterren.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: