Wat is de betekenis van pasja?

Ottomaanse titel. titel van een hooggeplaatste ambtenaar of militair in hoge rang die ten tijde van het Ottomaanse Rijk, tot 1935, werd toegekend door de sultan. Wordt, door de slechte reputatie die de titeldrager genoot, ook beledigend gebruikt, als bijnaam, en wordt in afwijking van de offiiciële regels vaak gespeld als Pasja (met...

UIT: Tv leert de Turkse machoman zijn vrouwelijke kant ontdekken (Bram Vermeulen, De Standaard, 23 juni 2009) CONTEXT: "De gemiddelde Turkse man is nogal tevreden met zichzelf. Hij ziet zichzelf als keizer. Jongens worden door hun moeders opgevoed alsof ze PASJA'S zijn. Op school leren ze alleen discipline. In het leger: meer discipline....

[Turks pasha, vermoedelijk van Perzisch padisjah (vgl. sjah = koning)] 1 oorspr.: titel sinds de 14e eeuw in het Osmaanse Rijk van de hoogste burgerlijke en militaire waardigheidsbekleders. In het Turkse Rijk was de titel later voorbehouden aan de sultan. De titel is thans overal afgeschaft; 2 (fig...

Turkse ambtenaar; man die de baas speelt

(<Turks), m. (-s), titel voor de hoogste Turkse burgerlijke en militaire ambtenaren.

Turkse titel voor hoge militaire autoriteiten; afgeschaft 26 Nov. 1934. Als waardigheidsteken voerden zij paardestaarten, hoogste rang: drie.

m. zie pacha.

m. pasjas (Turkije: titel van hoge officieren, legeraanvoerders, gouverneurs [met drie graden, aangewezen door het aantal paardestaarten, dat voor hen uitgedragen werd], excellentie); ook, pacha.

Turksche titel v/d hoogste burgerlijke ambtenaren en militairen.