Wat is de betekenis van Papzak?

2024-04-30
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

papzak

(1850) (scheldw.) dik, zwaar persoon. Vandaar ook: iemand met weinig energie, een sul*. Eigenlijk: iemand die veel pap eet. Ook in het Duits: Pappsack. • We slingerden malkaar menu's naar het hoofd en scholden zeer welluidend voor ‘beetenvreter’ en ‘papzak’, dichterlijke dingen in dit armoeland waar men sedert driehonde...

2024-04-30
Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

Papzak

dik, zwaar persoon. Vandaar ook: iemand met weinig energie, een sul. Eigenlijk: iemand die veel pap eet.Bij God, hij kon het niet helpen, hij proestte het uit, in het gezicht van de papzak. (Jan de Hartog, Gods Geuzen, 1947-1949) ‘Die dikke papzak is de verstandigste van ons allemaal,’ zei Marsh. (Willy van der Heide, Een overval in de...

2024-04-30
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Papzak

m. en v. (-ken), 1. iem. die gaarne pap eet, die veel pap eten kan. 2. (gemeenz.) dik, zwaar mens die eig. te dik is om zich in te spannen.

2024-04-30
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

papzak

m. papzakken (iem., die graag pap eet: dikkerd, dikbuik; gew. meikever).

2024-04-30
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

papzak

('pap) m. en v. (-ken) I. Eig. persoon die gaarne pap eet. II. Metn. 1. [gevolg van I] persoon die opgezet, ongezond dik is. 2. [gevolg van 1] Scheldn. persoon die (omdat hij te dik is) zich niet veel inspant.

2024-04-30
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

papzak

m. (-ken), (gemeenz.) dik, zwaar mens die te dik is om zich in te spannen.

2024-04-30
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-30
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Papzak

Papzak m. en v. (-ken), iem. die gaarne pap eet, die veel pap eten kan; (gemeenz.) dik, zwaar mensch die eig. te dik is om zich in te spannen.

Wil je toegang tot alle 9 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-30
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)