Wat is de betekenis van Pappenheimer?

2024-04-28
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Pappenheimer

[eig.: soldaat van de veldheer Pappenheim in de 30-jarige oorlog]: zijn pappenheimers kennen, zijn volgelingen, zijn volkje kennen.

2024-04-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Pappenheimer

m. (-s), eig., soldaat van generaal Pappenheim, veldheer der keizerlijke troepen in de dertigjarige oorlog; — (zegsw.) hij kent zijn pappenheimers wel (Schiller, Wallenstein 3,15), hij kent zijn volkje, zijn volgelingen goed.

2024-04-28
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

Pappenheimer

(D.) m. hij kent zijn ~s, hij kent zijn luidjes, hij weet welk vlees hij in de kuip heeft.

2024-04-28
Gevleugelde woorden

J.H. de Ruijter (1940)

Pappenheimer

Zie: Daran erkerm’ ich meine Pappenheimer.

2024-04-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

Pappenheimer

m. Pappenheimers (soldaat van generaal Pappenheim, veldheer der keizerlijke troepen in de 30-jarige oorlog): zegsw. ik ken mijn Pappenheimers, ik ken mijn luitjes, ik weet, welk vlees ik in de kuip heb.

2024-04-28
Vreemde woordenboek

S. van Praag (1937)

Pappenheimer

(D.). m. Hij kent zijn Pappenheimers, hij kent zijn mensen.

2024-04-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Pappenheimer

('pappənheimər) m. (-s) 1. soldaat van generaal Pappenheim, een veldheer van de keizerlijken in de Dertigjarige Oorlog. 2. pappenheimer Uitbr. volgeling, alleen in de uitdrukking: zijn -s kennen, zijn luitjes, helpers kennen.

2024-04-28
Etymologisch Woordenboek

Amsterdam University Press (2024)

Wil je toegang tot alle 10 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-28
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)