Pagaai
[v. Mal. pengajoek] scheproeiriem (zonder steun op boord van boot).
J. van Donselaar (1936)
(de, pagalen), mand of mandje in de vorm van een rechthoekige doos met deksel, gevlochten van warimbo (1). In gindsche hoek ziet gij de bergplaats van Flora’s toilet. Het is een groote pagaai, die van tijd tot tijd dienst doet als reiskoffer (van Schaick 1866: 174).-Etym.: S pagara, bij Kappler (1854: 54) vernederlandst tot ‘pakara&rsqu...
M. J. Koenen's (1937)
v. -en (Mal. pengajoe: losse roeispaan, kort en met breed blad, hebbende een kruk tot handvat, schepriem).
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: