Wat is de betekenis van paardrijden?

2024-04-20
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

paardrijden

paardrijden - onregelmatig werkwoord uitspraak: paard-rij-den 1. rijden op een paard ♢ op zaterdagmorgen rijdt Wijna altijd paard Onregelmatig werkwoord: paard-rij-den ik rij(d) paard (... ik paardrij(d))...

2024-04-20
Dromen encyclopedie

Fink (1998)

Paardrijden

Wanneer men in een droom in een rustig tempo aan het paardrijden is, dan zal men in de waaktoestand z’n driften onder controle kunnen houden. Galoppeert het paard echter onstuimig of gaat het er zelfs met ons vandoor, dan zouden we ons driftleven vaker moeten beteugelen. Naast het seksuele aspect heeft het paardrijden soms ook de betekenis va...

2024-04-20
Art & Architecture Thesaurus

Getty Research Institute (1990)

paardrijden

paardrijden - Het rijden op een paard.

2024-04-20
Droom lexicon

G. Senger (1985)

Paardrijden

Als u een goede ruiter bent en het paard in uw macht heeft, verkeert u in de situatie uw driftmatigheid adequaat te kunnen beteugelen. Het tegendeel wordt aangegeven als het paard met u op hol slaat. Het ligt voor de hand dat dromen over paardrijden bovendien een sexuele betekenis hebben. zie Paard.

2024-04-20
Encyclopedie van huisdieren

R. Midgley (1979)

Paardrijden

De meeste paarden en pony’s worden tegenwoordig gehouden voor het rijden. Dit rijden combineert beweging voor het dier met genoegen voor de ruiter. Hoe vaardiger de ruiter, des te prettiger en veiliger zal het paard zich voelen. Goede rijscholen geven de nieuwkomers alle noodzakelijke training. Het belangrijkste onderdeel van goed rijden is d...

2024-04-20
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Paardrijden

v., hynsteride.

2024-04-20
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-20
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Paardrijden

onbep. w. en zn. o., het rijden te paard.

Wil je toegang tot alle 14 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-20
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

paardrijden

reed h. -gereden (te paard rijden): een uur paardrijden, ook als zn. o.; paardrijder m. -s; paardrijdster v. -s.