Paardentuig
s.n., hynstegereid (it), -tûch (it); — met bellen, belgereid (it), skellebeam.
Winkler Prins (1949)
samenstel van riemen, gespen e.d. dat een trek- of rijpaard wordt aangelegd. Het gedeelte voor de besturing heet toom, in de mond wordt het gebit of bit gelegd; voor het mennen dient het stangengebit (één hand) of de trens (twee handen). Het gebit wordt door het hoofdstel aan het hoofd van het paard bevestigd; de tengels zijn verbonde...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: