Paardenhorzel
maakt op warme dagen de paarden onrustig. Ze komt voorn. in 2 var. voor, nl. de Gastrophilus intestinalis (syn. G.eqtti) en de kleinere G.duodenalis (syn. G.haemorrhoidalis).
Veerman (1954)
maakt op warme dagen de paarden onrustig. Ze komt voorn. in 2 var. voor, nl. de Gastrophilus intestinalis (syn. G.eqtti) en de kleinere G.duodenalis (syn. G.haemorrhoidalis).
Van Dale Uitgevers (1950)
v. (-s), 1. soort van horzel waarvan de larve parasitisch in de maagwand van paarden leeft (Gastrophilus equi). 2. grote soort van wesp, hoornaar (Vespa crabro).
Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)
(Gastrophilus equi), insect van de fam. der horzels; lang 12-16 mm, roestkleurig en behaard, gelijkt op een bij. Het wijfje zet met een legboor de eieren af op haren van paarden. De maden brengen door den veroorzaakten jeuk het paard er toe ze op te likken. Zij boren zich dan in den maagwand, leven van het passeerende voedsel en bezitten haemoglobi...
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
Paardenhorzel - Gastrophilus equi, een horzel, lengte tot 17 m.M., roestkleurig. Legt eieren op de haren van het paard; de hieruit komende larven kruipen over de huid, veroorzaken jeuk en worden door het paard opgelikt. Zoo komen zij in de maag, waar zij zich met groote mondhaken in het slijmvlies vasthechten; voeden zich met vocht uit de wondjes....
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: