Wat is de betekenis van overtuigend?

2024-04-24
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

overtuigend

overtuigend - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: o-ver-tui-gend 1. wat veel indruk op je maakt ♢ we zagen een overtuigend optreden van Aafke 2. wat geschikt is om anderen te laten geloven dat iets waar is ...

2024-04-24
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-24
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Overtuigend

bn. bw. (-er, -st), geschikt om te overtuigen : overtuigende bewijzen aanbrengen; — bw., zo dat men overtuigd wordt: overtuigend spreken.

2024-04-24
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

overtuigend

bn., bw. (dienend, geschikt om te overtuigen): een overtuigend bewijs van de rondheid der aarde; overtuigend spreken.

2024-04-24
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

overtuigend

bn. en bw. (-er, -st) geschikt om te overtuigen : -e bewijzen; spreken.

2024-04-24
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

overtuigend

bn. en bw. (-er, -st), geschikt om te overtuigen: overtuigende bewijzen aanbrengen; bw., zo dat men overtuigd wordt: spreken.

2024-04-24
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-24
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Overtuigend

Overtuigend - bn. bw. (-er, -st), geschikt om te overtuigen : overtuigende bewijzen aanbrengen.