Wat is de betekenis van overhemd?

bovenkledingstuk met een boord. bovenkledingstuk gemaakt van een dunne stof dat het bovenlichaam bedekt, lange of korte mouwen heeft en een boord en dat aan de voorkant sluit met een reeks knopen die tot aan de boord reiken. Voorbeelden: Toch deed een man toen een hele week met een overhemd, droeg jarenlang hetzelfde pak, dat nooit g...

overhemd - zelfstandig naamwoord uitspraak: o-ver-hemd 1. kledingstuk voor het bovenlichaam van mannen met knoopjes aan de voorkant ♢ meester Ardie draagt altijd een overhemd met stropdas Zelfstandig naamwoord: o-ver-hemd ...

overhemd - Bovenkleding voor het bovenlichaam, met of zonder mouwen en gedragen in of over de tailleband van een rok of broek. Meestal met een kraag, die soms afneembaar is, een sluiting van voren en soms zakken op de borst.

s.n., oerhimd (it), strûper, boesgroentsje (it), ingelsk himd (it).

...

o. (-en), 1. hemd gewoonlijk van fijnere stof, dat over het ondergoed heen gedragen wordt; 2. halfhemd dat slechts de borst bedekt en het overhemd vervangt.

o. —en (fijn linnen hemd, over een ander heen gedragen; half hemd).

of Engelsch hemd, heerenhemd, dat over het onderhemd wordt gedragen. Het borststuk, dat bij de laag uitgesneden vesten van de officieele heerenkleeding zichtbaar is, wordt meestal met gestikte plooitjes versierd; ook wordt voor dit borststuk fijne piqué gebruikt.

('o:vər) o. (-en) 1. fijn hemd over een ander gedragen. Tgst. onderhemd. 2. Bepk. (gestreken) borststuk dat het overhemd vervangt : een slap, stijf Syn. → front.