overheersen
overheersen - regelmatig werkwoord uitspraak: o-ver-heer-sen 1. de meeste macht of invloed hebben ♢ de smaak van kaas overheerst bij deze boterham Regelmatig werkwoord: o-ver-heer-sen ik overheers ...
Muiswerk Educatief (2017)
overheersen - regelmatig werkwoord uitspraak: o-ver-heer-sen 1. de meeste macht of invloed hebben ♢ de smaak van kaas overheerst bij deze boterham Regelmatig werkwoord: o-ver-heer-sen ik overheers ...
Veerman (1954)
zegt men van een boom in de bosb., wanneer deze met zijn kroon belangrijk boven de ontstaande bomen uitsteekt.
Van Dale Uitgevers (1950)
(overheerste, heeft overheerst), 1. (over iem. of iets) heersen, beheersen: iem. overheersen, naar zijn hand zetten; de wanhoop overheerste haar, was haar te machtig; 2. machtiger zijn dan iem. of iets anders, zodat deze of dit overvleugeld, op de achtergrond gedrongen wordt: zijn alles overheersende godsdienstijver.
M. J. Koenen's (1937)
overheerste, h. overheerst (beheersen, van overwegende invloed zijn); overheerser m. -s; overheersing v. -en: het land zuchtte onder vreemde overheersing.
Jozef Verschueren (1930)
(ovər'he:rsən) (overheerste, heeft overheerst) 1. heerschappij voeren over : de burgers naar willekeur -. 2. overtreffen : zwn alles -de godsdienstijver.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
(overheerste, heeft overheerst), 1. beheersen: iemand overheersen. naar zijn hand zetten; de wanhoop overheerste haar, was haar te machtig; 2. van doorslaggevende invloed zijn: een overheersende positie innemen; overheersende invloed; een alles overheersende carrièredrift.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: