Wat is de betekenis van ouwel?

2024-04-27
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

ouwel

Het begrip ouwel heeft 3 verschillende betekenissen: 1) eetpapier. baksel van ongedesemd zetmeel; eetpapier. 2) product van eetpapier. product van ongedesemd baksel. 3) ongeconsacreerde hostie. De verkleiningsvorm ouweltje wordt in deze betekenis door katholieken vaak spottend gebruikt.

2024-04-27
Culinair van a tot z

Peter Joh. M. Zuidweg (2016)

ouwel

Blad of ‘dun paper’, gemaakt van een mengsel van water en bloem. Doet vaak dienst als ‘ondergrond’ voor koekjes, bijvoorbeeld ‘bitterkoekjes’ en snoepgoed.

2024-04-27
Wielerwoordenboek

Fons Leroy en Wim van Rooy (2010)

ouwel

ouwel: tablet met stimulerend middel dat wel eens werd bereid door malafide soigneurs. Gerrit Schulte kreeg er zo eentje op het WK en was er dagen later nog ziek van.

2024-04-27
Pierewaaien (Quiz)

Genootschap Onze Taal (2001)

ouwel

Waar komt ouwel (een soort hostie) vandaan? a van de naam van de zestiende-eeuwse Duitse bisschop Auel b van het Italiaanse ulivello (‘olijfje’) c van het Latijnse nebula (‘wolk, nevel’).

2024-04-27
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Ouwel

[MNed. ook ûwel, daarnaast ook nûwele = oblie, kaneelwafeltje; in de bet. 'ongeconsacreerde hostie' van Lat. (hostia) oblata = de opgedragen (hostie), van offerre, oblatum = aanbieden, daar de hostie vóór de consecratie aan God wordt geofferd] 1. dun baksel van ongedesemde tarwe...

2024-04-27
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Ouwel

niet gewijde hostie (r.k.); dun baksel van ongezuurd tarwemeel; sluitzegel voor brieven

2024-04-27
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Ouwel

jongen die in een klooster wordt opgevoed om lid van een orde te worden; lid van een religieuze stichting, die nog geen belofte heeft afgelegd, maar een oblatie of toewijding.

2024-04-27
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Ouwel

s., ouwel.

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-27
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Ouwel

1. v. (stofn)., dun, plat gebak van blank, ongezuurd tarwemeel, gewoonlijk helder wit: ouwel wordt in langwerpig vierkante bladen in de handel gebracht; in de geneeskunde wordt ouwel gebruikt om slecht smakende poeders in te nemen ; 2. m. (-s), niet-geconsacreerde hostie; 3. ouderwets middel om brieven dicht te maken: de brief was met een ouwel sl...