Wat is de betekenis van Oudbakken?

2024-04-27
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Oudbakken

adj,, âldbakken.

2024-04-27
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-27
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Oudbakken

bn. bw. (-er, -st), 1. reeds lang geleden gebakken en daardoor droog: oud'bakken brood; dat brood is oudbak'ken; 2. (fig.) dat is oud'bakken kost, dat weet iedereen reeds ; — niet meer nieuw, afgedankt: oud'bakken denkbeelden, geestigheden.

2024-04-27
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

oudbakken

bn. (lang geleden gebakken; belegen, niet vers; fig. ouderwets): oudbakken brood; fig. oudbakken denkbeelden, een oudbakkene dracht.

2024-04-27
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

oudbakken

(oud'bakkən) bn. 1. reeds lang gebakken: brood. Tgst. versbakken. 2. ouderwets: een dracht; denkbeelden. 3. vervallen, onbeduidend: een gezicht.

2024-04-27
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

oudbakken

(het accent wisselt), bn. en bw. (—er, oudbakkenst), reeds een of meer dagen geleden gebakken en daardoor droog: oudbakken brood; (fig. dat is oudbakken kost, dat weet iedereen al; niet meer nieuw, afgedankt: oudbakken denkbeelden, geestigheden.

2024-04-27
Etymologisch Woordenboek

Amsterdam University Press (2024)

2024-04-27
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

Wil je toegang tot alle 10 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-27
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Oudbakken

Oudbakken bn. bw. (-er, -st), reeds lang geleden gebakken en daardoor droog: oudbakken brood; (fig.) dat is oudbakken kost, dat weet iedereen reeds: — (fig.) ouderwetsch: eene oudbakken japon; oudbakken gekleed gaan; — onbeduidend, vervallen: een oudbakken gezicht.