Wat is de betekenis van organel?

2024-04-28
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

organel

onderdeel van een cel. onderdeel van een cel dat een bepaalde functie heeft, bv. de celkern of het mitochondrium. Voorbeelden: We onderzoeken het mechanisme van de sortering van eiwitten en blaasjes binnen cellen. We hebben onze aandacht gevestigd op die organellen in de cel die je zou kunnen vergelijken met het maagdarmkanaal van ee...

2024-04-28
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Organel

[modern verklw. van orgaan, dus lett.: 'orgaantje'] elk structuurelement dat in een levende cel kan worden waargenomen en waaraan een specifieke functie kan worden toegekend.

2024-04-28
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Organel

cellichaampje met specifieke functie

2024-04-28
De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Organel

(organula of organoidé), voor bepaalde functies gedifferentieerde delen van ééncellige organismen.

2024-04-28
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

organel

o. orgaan van een eencellig dier, zie protozoön. organetto. (It.) o. klein orgel.

2024-04-28
Uitheemsche geneeskunde termen

dr. H. Pinkhof (1923)

Organél

zelfstandig klein deel van een cel.

2024-04-28
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

organel

o. (-len), het bestanddeel van een cel dat morfologisch en functioneel tot op zekere hoogte een eenheid vormt. Voorbeelden van organellen zijn trilharen (ciliën), zweepharen (flagellen) en contractiele vacuolen van eencelligen. Ook in de cellen van meercellige organismen worden organellen aangetroffen, b.v. mitochondriën.