opstrijken
opstrijken - onregelmatig werkwoord uitspraak: op-strij-ken 1. het krijgen en houden ♢ Daan heeft het geld van die voorstelling opgestreken Onregelmatig werkwoord: op-strij-ken ik strijk op (... ik opstrijk)...
Muiswerk Educatief (2017)
opstrijken - onregelmatig werkwoord uitspraak: op-strij-ken 1. het krijgen en houden ♢ Daan heeft het geld van die voorstelling opgestreken Onregelmatig werkwoord: op-strij-ken ik strijk op (... ik opstrijk)...
Van Dale Uitgevers (1950)
(streek op, heeft opgestreken), 1. opwaarts, naar de hoogte strijken : de haren opstrijken; 2. (veroud.) een zeil opstrijken, hijsen ; (thans nog) met een opgestreken zeil naar iem. toekomen, opgewonden, boos op iem. afkomen ; 3. (onoverg.) (van de strijkstok van een viool) strijkende omhoog gaan : het opstrijken geschiedt meestal op de zwakke ma...
M. J. Koenen's (1937)
streek op, h. opgestreken (1 in de hoogte strijken; 2 opnieuw, glad strijken; 3 naar zich toe strijken): 1. het haar opstrijken, zijn knevel opstrijken; 2. een zakdoek opstrijken, een zijden hoed opstrijken; 3. geld, de winst opstrijken, ontvangen; nog: zegsw. zie zeil.
Jozef Verschueren (1930)
('op) (streek op, heeft opgestreken) 1. in de hoogte strijken: met opgestreken mouwen; het haar naar achteren -. 2. Veroud. optrekken, hijsen. ➝ zeil. 3. naar zich toehalen en op zak steken: geld, de winst -. 4. door strijken in orde brengen: een hoed-; zijn verwarde haren -. 5. met een strijkijzer in orde brengen: een japon -. 6. erop str...
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
(streek op, heeft opgestreken), 1. opwaarts, naar de hoogte strijken: de snor opstrijken; 2. een zeil opstrijken, hijsen; (thans nog) met opgestreken zeilen naar iemand toekomen, opgewonden, boos op iemand afkomen; 3. naar zich toe strijken: centen opstrijken; (bij uitbreiding) ontvangen: ik doe het werk en hij strijkt de winst op; 4. met een st...
J.H. van Dale (1898)
Opstrijken - (streek op, heeft opgestreken), opwaarts, naar de hoogte strijken: de haren opstrijken; — (veroud.) een zeil opstrijken, hijschen; (thans nog) met een opgestreken zeil naar iem. toekomen, opgewonden, boos op iem. afkomen; — opnieuw strijken, gladstrijken: linnengoed, eene japon opstrijken; zijden hoeden opstrijken; &mdash...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: