Wat is de betekenis van Opsnijder?

2025-07-17
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Opsnijder

m. (-s), 1. (steenb.) arbeider die de randen van de gevormde stenen afsnijdt; (ook) die ze op hun smalle kant zet; 2. snoever, pocher, grootspreker.

2025-07-17
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

opsnijder

(17e eeuw) (inf.) oorspronkelijk: iemand die zich zwierig kleedt; een pronker. Vandaar ook een schimpnaam voor een bluffer, snoever, windbuil. In navolging hiervan werd ook ophakker* gevormd. • En als ik je nu zeg, dat die neef een zeer ontwikkeld jongmensch was, in zijn tijd een van de allervlugste leerlingen van de H.B.S., en dat hij geen op...

2025-07-17
Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

Opsnijder

oorspronkelijk: iemand die zich zwierig kleedt; een pronker. Vandaar ook een schimpnaam voor een bluffer, snoever, windbuil. In navolging hiervan werd ook ophakker gevormd.Maar toen begonnen de jongens allen tegelijk te lachen en riepen zij: ‘Opschepper! Opsnijder! Ophakker!’ en als Piet die dagen zijn neus maar even vertoonde, hoorde h...

2025-07-17
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Opsnijder

s., opsnijer, blaffer(t), sprekker.

2025-07-17
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

opsnijder

m. opsnijders (iem., die opsnijdt; inz. pocher).

2025-07-17
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

opsnijder

m. (-s) hij die opsnijdt, grootspreker, pocher, snoever.

2025-07-17
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

opsnijder

m. (-s), 1. opschepper; 2. arbeider die platliggende bakstenen opzet om verder te drogen.

2025-07-17
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Opsnijder

Opsnijder in. (-s), aan-, voor-, opensnijder; (steenf.) arbeider die de randen van de gevormde I steenen afsnijdt; — groot mes, voorsnijmes; — pocher, grootspreker.

Wil je toegang tot alle 9 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-17
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)