Opsnijder
m. (-s), 1. (steenb.) arbeider die de randen van de gevormde stenen afsnijdt; (ook) die ze op hun smalle kant zet; 2. snoever, pocher, grootspreker.
Van Dale Uitgevers (1950)
m. (-s), 1. (steenb.) arbeider die de randen van de gevormde stenen afsnijdt; (ook) die ze op hun smalle kant zet; 2. snoever, pocher, grootspreker.
Marc De Coster (2020-2025)
(17e eeuw) (inf.) oorspronkelijk: iemand die zich zwierig kleedt; een pronker. Vandaar ook een schimpnaam voor een bluffer, snoever, windbuil. In navolging hiervan werd ook ophakker* gevormd. • En als ik je nu zeg, dat die neef een zeer ontwikkeld jongmensch was, in zijn tijd een van de allervlugste leerlingen van de H.B.S., en dat hij geen op...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Marc de Coster (2007)
oorspronkelijk: iemand die zich zwierig kleedt; een pronker. Vandaar ook een schimpnaam voor een bluffer, snoever, windbuil. In navolging hiervan werd ook ophakker gevormd.Maar toen begonnen de jongens allen tegelijk te lachen en riepen zij: ‘Opschepper! Opsnijder! Ophakker!’ en als Piet die dagen zijn neus maar even vertoonde, hoorde h...
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
m. (-s), 1. opschepper; 2. arbeider die platliggende bakstenen opzet om verder te drogen.
J.H. van Dale (1898)
Opsnijder in. (-s), aan-, voor-, opensnijder; (steenf.) arbeider die de randen van de gevormde I steenen afsnijdt; — groot mes, voorsnijmes; — pocher, grootspreker.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: