Wat is de betekenis van Opkoken?

2024-04-28
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Opkoken

v., opsiede, -kokje, -koaitsje.

2024-04-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Opkoken

(kookte op, is en heeft opgekookt), 1. (onoverg.) kokend omhoog komen: de melk kookt op; (stoomw.) (met betr. tot het water in een stoomketel) zich met de stoom vermengen en daardoor in de buizen opgedreven worden; 2. aan de kook gebracht worden : nieuwe aardappels moeten vlug opkoken; 3. (overg.) [zachtjes] opnieuw koken: de sui...

2024-04-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

opkoken

kookte op, h. opgekookt (zachtjes opnieuw koken): groenten opkoken.

2024-04-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

opkoken

(kookte op, opgekookt) 1. (heeft) zachtjes (opnieuw) koken; beenderen -. 2. (is) in de hoogte koken: de melk kookt op.

2024-04-28
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

opkoken

(kookte op, is en heeft opgekookt), I. (onoverg.) aan de kook gebracht worden: nieuwe aardappels moeten vlug opkoken; II. (overg.) (zachtjes) opnieuw koken: de suikerstroop opnieuw opkoken.

2024-04-28
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-28
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Opkoken

Opkoken (kookte op, heeft en is opgekookt), zachtjes laten koken (om het naderhand beter gaar te krijgen); — eventjes laten koken : fruit ter inmaking opkoken; — nog eens, opnieuw koken : we zullen het vleesch nog eens opkoken; — nieuwe aardappels moeten vlug opkoken, vlug aan ’t koken gebracht worden: — vlas opkoke...

2024-04-28
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

Gerelateerde zoekopdrachten