Opkoken
v., opsiede, -kokje, -koaitsje.
Van Dale Uitgevers (1950)
(kookte op, is en heeft opgekookt), 1. (onoverg.) kokend omhoog komen: de melk kookt op; (stoomw.) (met betr. tot het water in een stoomketel) zich met de stoom vermengen en daardoor in de buizen opgedreven worden; 2. aan de kook gebracht worden : nieuwe aardappels moeten vlug opkoken; 3. (overg.) [zachtjes] opnieuw koken: de sui...
Jozef Verschueren (1930)
(kookte op, opgekookt) 1. (heeft) zachtjes (opnieuw) koken; beenderen -. 2. (is) in de hoogte koken: de melk kookt op.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
(kookte op, is en heeft opgekookt), I. (onoverg.) aan de kook gebracht worden: nieuwe aardappels moeten vlug opkoken; II. (overg.) (zachtjes) opnieuw koken: de suikerstroop opnieuw opkoken.
J.H. van Dale (1898)
Opkoken (kookte op, heeft en is opgekookt), zachtjes laten koken (om het naderhand beter gaar te krijgen); — eventjes laten koken : fruit ter inmaking opkoken; — nog eens, opnieuw koken : we zullen het vleesch nog eens opkoken; — nieuwe aardappels moeten vlug opkoken, vlug aan ’t koken gebracht worden: — vlas opkoke...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: