ophitsen
ophitsen - regelmatig werkwoord uitspraak: op-hit-sen 1. veel druk uitoefenen om iemand iets te laten doen ♢ het publiek werd opgehitst door de muziek 2. anderen kwaad en opgewonden proberen te maken ...
Muiswerk Educatief (2017)
ophitsen - regelmatig werkwoord uitspraak: op-hit-sen 1. veel druk uitoefenen om iemand iets te laten doen ♢ het publiek werd opgehitst door de muziek 2. anderen kwaad en opgewonden proberen te maken ...
Fa. A.J. Osinga (1952)
v., ophysje, -fiere, -fiterje, -furtelje, -hûsje, -ride, oansjasse, -sjasje, -hysje, -húsje.
Van Dale Uitgevers (1950)
(hitste op, heeft opgehitst), 1. door aanhitsen nog vuriger of driftiger maken: hits die hond niet zo op, aanstonds vliegt hij je nog aan; 2. aanzetten tot iets, inz. tot verzet en strijd: ophitsen tot wraak; het volk tegen de regering ophitsen.
Jozef Verschueren (1930)
('op) (hitste op, heeft opgehitst) 1. door aanhitsen vuriger, driftiger maken: een hond, iemand -. 2. opstoken, opruien: tegen iemand, tot iets -.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
(hitste op, heeft opgehitst), opstoken: een hond ophitsen; aanzetten tot: ophitsen tot wraak.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: