Wat is de betekenis van ophitsen?

2024-04-26
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

ophitsen

ophitsen - regelmatig werkwoord uitspraak: op-hit-sen 1. veel druk uitoefenen om iemand iets te laten doen ♢ het publiek werd opgehitst door de muziek 2. anderen kwaad en opgewonden proberen te maken ...

2024-04-26
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Ophitsen

v., ophysje, -fiere, -fiterje, -furtelje, -hûsje, -ride, oansjasse, -sjasje, -hysje, -húsje.

2024-04-26
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Ophitsen

(hitste op, heeft opgehitst), 1. door aanhitsen nog vuriger of driftiger maken: hits die hond niet zo op, aanstonds vliegt hij je nog aan; 2. aanzetten tot iets, inz. tot verzet en strijd: ophitsen tot wraak; het volk tegen de regering ophitsen.

2024-04-26
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

ophitsen

hitste op, h. opgehitst (opstoken): een hond aanvuren; iem. tot wraak ophitsen, aanzetten.

2024-04-26
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

ophitsen

('op) (hitste op, heeft opgehitst) 1. door aanhitsen vuriger, driftiger maken: een hond, iemand -. 2. opstoken, opruien: tegen iemand, tot iets -.

2024-04-26
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

ophitsen

(hitste op, heeft opgehitst), opstoken: een hond ophitsen; aanzetten tot: ophitsen tot wraak.

2024-04-26
Etymologisch Woordenboek

Amsterdam University Press (2024)

Wil je toegang tot alle 12 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-26
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)