Wat is de betekenis van Operateur?

2024-04-28
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Operateur

[Fr. opérateur] 1 (med.) chirurg die een operatie verricht; 2 filmopnemer; ook: wie film afdraait of dia's vertoont; 3 iem. die een ingewikkeld apparaat of toestel, spec. een computer, bedient (in deze betekenis ook operator 1, z.a.). (Zie verder bij opus).

2024-04-28
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

operateur

werker; leier; snykundige; iem. wat filmmasjiene hanteer.

2024-04-28
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Operateur

chirurg, die een operatie verricht; in de film degene, die een opname doet

2024-04-28
Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Opérateur

die operaties verricht, operateur; opnemer [v. film]; opérateur de T.S.F., radiotelegrafist, marconist.

2024-04-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Operateur

(<Fr), m. (-en, -s), 1. aanlegger, aanstoker van iets: hij is de operateur van het plan; 2. filmoperateur; 3. (veroud.) zetter aan een zetmachine; 4. heelmeester die opereert.

2024-04-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

operateur

m. operateurs (Fr. snijkundig heelmeester, aanstoker, leider; filmoperateur).

2024-04-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

operateur

(opəra'teur) m. (-s) 1. Algm. hij die opereert, aanlegger, leider, aanstoker. 2. Inz. a. geneesheer die opereert. b. hij die met een fotografisch toestel enz. opereert.

2024-04-28
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

operateur

[Fr.], m. (-s), 1. cameraman; 2. operator.

Wil je toegang tot alle 15 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-28
De vreemde woorden

Fokko Bos (1914)

operateur

operateur - m., heelkundige, die een operatie verricht; in de photographie degene, die een opname doet; ook: aanlegger, aanstoker.