Wat is de betekenis van opbellen?

2024-04-29
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

opbellen

opbellen - regelmatig werkwoord uitspraak: op-bel-len 1. door de telefoon met iemand praten ♢ kan ik hier opbellen? Regelmatig werkwoord: op-bel-len ik bel op (... ik opbel) jij/u...

2024-04-29
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Opbellen

v., (op)skilje, -belje.

2024-04-29
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Opbellen

(belde op, heeft opgebeld), 1. wakker bellen, gedurende de nacht of ’s morgens zeer vroeg aanbellen; 2. door bellen iem. aan de telefoon roepen om met hem te spreken, vand. telefoneren (met): ik zal je nog wel even opbellen; mag ik even opbellen?

2024-04-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

opbellen

belde op, h. opgebeld (wakker bellen in de nacht of ‘s morgens vroeg; met de bel het signaal geven, dat men iem. per telefoon spreken wil): een dokter iem. opbellen.

2024-04-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

opbellen

(‘ob) (belde op, heeft opgebeld) 1. wakker bellen : dokters worden vaak ’s nachts opgebeld. 2. door bellen aan de telefoon roepen om te spreken: iemand -.

2024-04-29
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

opbellen

(belde op, heeft opgebeld), door bellen iemand aan de telefoon roepen, vandaar telefoneren (met): mag ik even opbellen?

2024-04-29
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

Wil je toegang tot alle 10 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Opbellen

Opbellen (belde op, heeft opgebeld), wakker bellen, gedurende den nacht of ’s morgens zeer vroeg aanbellen: zich laten opbellen; dokters worden vaak ’s nachts opgebeld; — door bellen iem. aan de telephoon roepen om met hem te spreken: iem. opbellen.