Wat is de betekenis van opaciteit?

2024-04-29
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Opaciteit

[Lat. opacitas = schaduw, duisternis] ondoorschijnendheid; (fig.) donkerheid.

2024-04-29
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Opaciteit

ondoorzichtigheid

2024-04-29
Reclame woordenboek

Frans van Lier (1987)

Opaciteit

Mate waarin papier kleur van drukinkt onveranderd laat.

2024-04-29
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Opaciteit

ondoorzichtigheid; opaak of opaque: ondoorschijnend.

2024-04-29
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

opaciteit

v. ondoorzichtigheid, donkerheid.

2024-04-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

opaciteit

(opasi'teit) v. het opaak zijn, ondoorschijnendheid, donkerheid.

2024-04-29
Pinkhof geneeskundig woordenboek

Herman Pinkhof (1923)

Opaciteit

ondoorschijnendheid; van het Fr. opaque, ondoorzichtig.

2024-04-29
Uitheemsche geneeskunde termen

dr. H. Pinkhof (1923)

Opacitéit

ondoorschijnend heid; van het Fr. opaque, ondoorzichtig.

Wil je toegang tot alle 11 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-29
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

opaciteit

v., mate van ondoorlatendheid voor licht. De opaciteit is de verhouding van intensiteit van het opvallende licht tot de intensiteit van het doorgelaten licht (het omgekeerde van de transparantie).