onvrij
onvrij - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: on-vrij 1. aan anderen onderworpen ♢ de slaven in Zuid-Amerika waren onvrij 2. waar je niet in volle vrijheid genieten kunt ♢ zo'n tuin met rondom allem...
Word nu vriend van Ensie!
Muiswerk Educatief (2017)
onvrij - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: on-vrij 1. aan anderen onderworpen ♢ de slaven in Zuid-Amerika waren onvrij 2. waar je niet in volle vrijheid genieten kunt ♢ zo'n tuin met rondom allem...
Van Dale Uitgevers (1950)
bn. (-er, -st), 1. geen volle vrijheid genietende; niet tot de stand der vrijen behorende, horig: (gesch.) mensen van on'vrijen stand; — (fig.) persoonlijk onvrij', gezegd van iem. wiens vil beheerst wordt door die van anderen; 2. (van plaatsen) waar men zijn volle vrijheid niet genieten kan : een on'vrije kust; — inz. w...
M. J. Koenen's (1937)
I. bn.; onvrijer, onvrijst of meest onvrij (1 niet vrij; 2 gehorig): 1. gesch. de onvrije stand, die der horigen; 2. deze kamer (of: het) is erg onvrij, d. i. men kan ons hier zien, horen, bespieden; II. onvrije m. en v. onvrijen (leenstelsel: laat, lijfeigene, dorper, horige); zie vrije.
Jozef Verschueren (1930)
(on'vrij) bn. (-er. -st en meest -) 1. niet vrij, horig : mensen van -e stand. 2. door een anders wil beheerst : persoonlijk -. 3. afhankelijk van hartstochten enz.: psychologisch -. 4. waar men kan gezien, bespied worden : deze kamer is -.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
bn. (-er, -st), 1. geen volle vrijheid genietend; (hist.) niet tot de stand van de vrijen behorend, horig: mensen van onvrije stand; 2. waar men door anderen kan worden bespied en gehoord: het is hier erg onvrij'; onvrij territoir, strook grond langs de grenzen waar de gewone vrijheid van verkeer aanmerkelijk is beperkt om smokkelen tegen te g...
J.H. van Dale (1898)
bn. (-er, -st), geen volle vrijheid genietende; niet tot den stand der vrijen behoorende, hoorig: menschen van onvrij en stand; — (fig.) persoonlijk onvrij, van iem., wiens wil beheerscht wordt door dien van anderen; — geestelijk of psychologisch onvrij, van iem., wiens wil afhankelijk is van driften, hartstochten enz.; — (van p...
I.M. Calisch (1864)
Onvrij, bn. en bijw. (-er, -st), gedwongen, gebonden; gevaarlijk, niet veilig; verboden (b.v. bij invoer), aan regten onderhevig; deze kamer is -, wij kunnen hier ligt gestoord worden; -e waren, contrabande. *-HEID, v. gmv. gebrek aan vrijheid, gedwongenheid; gevaarlijkheid, onveiligheid; gevaar. *-WILLIG, bn. en bijw. (-er, -st), -LIJK, bijw. ged...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: