Wat is de betekenis van onvoldoende?

2024-04-27
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

onvoldoende

onvoldoende - zelfstandig naamwoord uitspraak: on-vol-doen-de 1. cijfer dat aangeeft dat het niet goed genoeg is ♢ ik heb een onvoldoende gehaald voor dat proefwerk Zelfstandig naamwoord: on-vol-doen-de de onvoldoend...

2024-04-27
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-27
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Onvoldoende

I. bn. bw., 1. niet toereikend: een on'voldoende hoeveelheid; onvoldoende kennis; — niet aan de eisen beantwoordend: bij het examen was zijn uitspraak van het Frans onvoldoen'de; hij kreeg er een onvoldoend cijfer voor; iets onvoldoende beantwoorden; 2. onbevredigend: de onvoldoende afloo...

2024-04-27
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

onvoldoende

('doendə) v. en o. (-n, -s) onvoldoend cijfer: geen -s op zijn bulletin hebben.

2024-04-27
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

onvoldoende

zn. v./m. (-s), onvoldoend cijfer: hij had twee onvoldoendes.

2024-04-27
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-27
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Onvoldoende

bn. bw. niet toereikend: eene onvoldoende hoeveelheid; onvoldoende kennis; bij het examen was zijn Fransch onvoldoende; — onbevredigend : de onvoldoende afloop van Wellingtons laatsten veldtocht; — bw. iets onvoldoende beantwoorden.

2024-04-27
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)