Ontsteld
bn. bw., verschrikt, ontroerd, van streek: zij was verrast, en ontsteld tegelijk; hij stond ontsteld te kijken.
Van Dale Uitgevers (1950)
bn. bw., verschrikt, ontroerd, van streek: zij was verrast, en ontsteld tegelijk; hij stond ontsteld te kijken.
Wiktionary (2019)
ontsteld - Werkwoord 1. voltooid deelwoord van ontstellen ontsteld - Bijvoeglijk naamwoord 1. tijdelijk niet in staat om iets te doen vanwege een emotionele of lichamelijke klap ♢ Bert was ontsteld door het plotselinge verlies van zijn broer. Synoniemen aangeslagen
Muiswerk Educatief (2017)
ontsteld - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: ont-steld 1. erg geschrokken en geschokt ♢ ik ben ontsteld over zijn gemene brief Bijvoeglijk naamwoord: ont-steld de/het ontstelde ... Synoniemen ontdaan, o...
Fa. A.J. Osinga (1952)
adj. & adv., ûntsteld, ûntdien, bisaud, ûntset, forbûke, fan 'e wize, fan 'e set, fan ’t stik, forbaldere, foralterearre, forbouwerearre, forheistere, forheard, út ’e rifels, út 'e rizels, út ’e fâlden, fan 't sintrum, út it sint...
Jozef Verschueren (1930)
(ont'stelt) bn. en bw. verschrikt, ontroerd, van streek : -e gelaatstrekken; zij verbleekte en stond -te kijken.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
bn. en bw., van zijn stuk gebracht, verschrikt, ontroerd, van streek: zij was verrast en ontsteld tegelijk.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: