Wat is de betekenis van ontspannen?

2024-04-27
Klankschaal ABC

Geert Verbeke (2000)

ontspannen

Bij relaxatie als krachtige werkvorm is een rustige, ontspannen houding van groot belang al vormen de eigen geesteshouding, voldoende innerlijke rust en een gezonde voeding de hoofdmoot in een gezond, dynamisch en bewust leven.

2024-04-27
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

ontspannen

ontspannen - Werkwoord 1. (ov) in een minder gespannen staat brengen Hij genoot van het prachtige concert en dat ontspande hem behoorlijk. 2. (refl) trachten de spanningen van de dag weg te laten vloeien Probeer je wat te ontspannen, ga eens naar een conc...

2024-04-27
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

ontspannen

ontspannen - bijvoeglijk naamwoord, regelmatig werkwoord uitspraak: ont-span-nen 1. in rust en evenwicht ♢ het was een ontspannen gesprek 1. tot rust komen door iets prettigs ♢ ik ontspan me vo...

2024-04-27
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Ontspannen

v., ûntspanne; zich, jin fordivendearje.

2024-04-27
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-27
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-27
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Ontspannen

(ontspande, heeft en is ontspannen), 1. wat gespannen is laten terugveren, weer slap maken: de boog ontspannen. 2. (fig.) door afleiding tot rust doen komen: de geest ontspannen; — zich ontspannen, zich verpozen: het is goed zich na de arbeid wat te ontspannen. 3. (onoverg., w. g.) slapper worden: zijn zenuwen o...

2024-04-27
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

ontspannen

ontspande, h. ontspannen (1 wat gespannen is, losmaken; 2 fig. door afleiding tot rust doen komen): 1 een boog ontspannen; het gelaat ontspannen, uit de strakke plooien doen gaan; 2 de geest ontspannen door vermaak; refl. zich ontspannen, zich verpozen.

Wil je toegang tot alle 13 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-27
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

ontspannen

(ont'spannen) (ontspande, ontspannen) I. (heeft) 1. wat gespannen is losmaken : een boog, een koord-. 2. uit de strakke plooi doen gaan : het gelaat -. 3. door afleiding laten rusten : de geest -; zich -. II. (is) slapper worden: de zenuwen kunnen -.