ontloop
ontloop - Werkwoord 1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ontlopen ♢ Ik ontloop 2. gebiedende wijs van ontlopen ♢ ontloop! 3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ontlopen ♢ ontloop je?
Wiktionary (2019)
ontloop - Werkwoord 1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ontlopen ♢ Ik ontloop 2. gebiedende wijs van ontlopen ♢ ontloop! 3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ontlopen ♢ ontloop je?
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: