Werkwoorden vervoegen
ontlopen
Tegenwoordige tijd ontlopen
Ik ontloop
Jij ontloopt
ontloop
U ontloopt
Hij/Zij/Het ontloopt
Wij ontlopen
Jullie ontlopen
Zij ontlopen
Verleden tijd van ontlopen
Ik ontliep
Jij/U ontliep
Hij/Zij/Het ontliep
Wij ontliepen
Jullie ontliepen
Zij ontliepen
Voltooid deelwoord van ontlopen
ontlopen
Tegenwoordig deelwoord van ontlopen
ontlopend