Wat is de betekenis van ontladen?

ontladen - Werkwoord 1. (ov) iets (bijv. een dier, voertuig enz.) van zijn last ontdoen ♢ Het ontladen van het voertuig. 2. (ov) (natuurkunde) iets van zijn elektrische lading ontdoen ♢ Het laden en ontladen van een condensator. ontladen -...

ontladen - regelmatig werkwoord uitspraak: ont-la-den 1. de kogels eruit halen ♢ voordat je het pistool opbergt, moet je het ontladen 2. bevrijden van een (geestelijke) last ♢ door dat spelletje...

Ontladen is de vrijlating van een verontreiniging die door een filtermedium werd vastgehouden.

ontladen - doen klaarkomen, ejaculeren (vgl. voor de reeks ‘afschieten afgaan van een vuurwapen’ voor ‘klaarkomen’ o.a. afgaan, (af)schieten, lossen, ontploffen). Maar 'k wed erom dat deze held dronken door loze beuzelpraat zichzelf zijn Lid in handen stelt en 't daar tot zijn soelaas ontlaadt, van altena 64 [1967]...

v., ûntlade, leegje, losse, losje.

...

(ontlaadde, heeft ontladen), 1. bevrijden van de last die op iets geladen was; afladen: een goederenwagen ontladen. 2. (van vuurwapenen) ze ontdoen van de lading: een revolver ontladen. 3. (nat.) van electrische lading ontdoen: de batterij wordt ontladen.

ontlaadde, h. ontladen (1 de lading, de last wegnemen; 2 van vuurwapenen: van de lading ontdoen inz. afschieten; 3 van de electriciteit ontdoen): 1 een kar, een schip ontladen; fig. om het hart te ontladen, ontlasten van iets dat drukt; 2 een geweer, kanon ontladen; 3 een batterij ontladen.

(ont'la:dən) (ontlaadde, heeft ontladen) 1. van een last ontdoen, afladen : een kar -. 2. afschieten : een geweer -. 3→ van elektriciteit ontdoen : een batterij -. 4. verkwikken, ontlasten: om het hart te -.