onregelmatigheid
(1920) (ook in het meerv.) (euf.) fraude. • Fraude plegen is ook niet sterk eufemisties meer: liever zegt men dat er ‘onregelmatigheden’ ontdekt zijn. (De Nieuwe Taalgids. Jaargang 14. 1920) • Fraude plegen is ook niet sterk eufemisties meer: liever zegt men dat er „onregelmatigheden" ontdekt zijn. (Het Vaderland, 26/09...