Onlogisch redeneren
Werkwoord: onlogisch denken, - redeneren, in het wild redeneren, onzin uitkramen, in de wind schermen, in- en uitpraten, praten naar men verstand heeft, redeneren als een kip zonder kop, doorslaan als een blinde vink, hollen als een blind paard, prejugeren, prejudiceren, iets door een gekleurde bril zien, paralogiseren (..zeren), zich met zi...