Wat is de betekenis van redeneren?

2024-10-04
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-10-04
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

redeneren

redeneren - regelmatig werkwoord uitspraak: re-de-ne-ren 1. uitleggen wat je uitgangspunt is en welke stappen je zet in je denken ♢ ik vond zijn redenering heel overtuigend 1. logisch redeneren [de...

2024-10-04
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Redeneren

gedachten ontwikkelen; betogen

2024-10-04
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Redeneren

v., redenearje, reedzje.

2024-10-04
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-10-04
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Redeneren

(redeneerde, heeft geredeneerd), 1. gedachten —, zijn mening over iets ontwikkelen, een betoog houden, uit zekere præmissen zekere gevolgtrekkingen afleiden: logisch redeneren; als wij verschil van mening hebben, gaan wij redeneren; men kan nu aldus redeneren ..., de volgende gedachten ontwikkelen; hij redeneert...

2024-10-04
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

redeneren

redeneerde, h. geredeneerd (betogen; zijn gevoelen of mening uiten over iets, ontwikkelen; praten over een zaak): daar is niet tegen te redeneren; redeneren over.

2024-10-04
Encyclopedie voor Ziel- en Opvoedkunde

Drs. P. Wijkema (1936)

Redeneren

vormen van logisch-samenhangende gedachten.

Wil je toegang tot alle 13 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-10-04
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

redeneren

(rədə'ne.'rən) (redeneerde, heeft geredeneerd) 1. in sluitredenen spreken. 2. betogen. 3. praten : hij kan me nog al eens ! → kip. 4. het voor en tegen doen uitkomen : je moet kunnen -. 5. tegenspreken : daartegen is niet, valt niet te -.