redeneren
...
Muiswerk Educatief (2017)
redeneren - regelmatig werkwoord uitspraak: re-de-ne-ren 1. uitleggen wat je uitgangspunt is en welke stappen je zet in je denken ♢ ik vond zijn redenering heel overtuigend 1. logisch redeneren [de...
Van Dale Uitgevers (1950)
(redeneerde, heeft geredeneerd), 1. gedachten —, zijn mening over iets ontwikkelen, een betoog houden, uit zekere præmissen zekere gevolgtrekkingen afleiden: logisch redeneren; als wij verschil van mening hebben, gaan wij redeneren; men kan nu aldus redeneren ..., de volgende gedachten ontwikkelen; hij redeneert...
M. J. Koenen's (1937)
redeneerde, h. geredeneerd (betogen; zijn gevoelen of mening uiten over iets, ontwikkelen; praten over een zaak): daar is niet tegen te redeneren; redeneren over.
Jozef Verschueren (1930)
(rədə'ne.'rən) (redeneerde, heeft geredeneerd) 1. in sluitredenen spreken. 2. betogen. 3. praten : hij kan me nog al eens ! → kip. 4. het voor en tegen doen uitkomen : je moet kunnen -. 5. tegenspreken : daartegen is niet, valt niet te -.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: