Wat is de betekenis van ongehoorzaamheid?

2024-04-26
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

ongehoorzaamheid

ongehoorzaamheid - Zelfstandignaamwoord 1. het niet opvolgen van opgelegde regels Woordherkomst Afgeleid van ongehoorzaam met het achtervoegsel -heid.

2024-04-26
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

ongehoorzaamheid

ongehoorzaamheid - zelfstandig naamwoord uitspraak: on-ge-hoor-zaam-heid 1. het niet willen doen wat er gezegd wordt ♢ haar ongehoorzaamheid is erg lastig op school 1. burgerlijke ongehoorzaamheid ...

2024-04-26
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Ongehoorzaamheid

s., oer-, wanhearrigens, dôf-, douhûdigens.

2024-04-26
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Ongehoorzaamheid

v. 1. het ongehoorzaam-zijn; 2. (...heden), uiting, vorm van ongehoorzaam-zijn.

2024-04-26
De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Ongehoorzaamheid

zie Dienstbevel.

2024-04-26
Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

ONGEHOORZAAMHEID

aan militaire bevelen is een vergrijp tegen de krijgstucht, immers het Regl. betreffende de Krijgstucht eist van ieder militair „nauwgezette voldoening aan de terzake van de dienst gegeven bevelen, ook waar deze slechts kleinigheden betreffen”. Neemt de ongehoorzaamheid echter ernstiger vormen aan, dan zou zij met behulp van de krijgstu...

2024-04-26
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Ongehoorzaamheid

1° Moraal. Ongehoorzaamheid wordt gezegd van de ondeugd, of van een daad tegen de deugd van gehoorzaamheid. Om een bijzondere zonde van o. te bedrijven, moet men de speciale deugd van → gehoorzaamheid overtreden, nl. het bevel als dusdanig misprijzen. Zulken geest van opstandigheid koesteren, vijandig gestemd zijn tegen het gezag op zich z...

Wil je toegang tot alle 9 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-26
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

ongehoorzaamheid

v., het ongehoorzaam-zijn: burgerlijke -, het opzettelijk en massaal niet naleven van voorschriften van de overheid (als protest, burgerlijke ongehoorzaamheid); 2. begrip in het Ned. militaire recht, geregeld door het reglement betreffende de krijgstucht (dienstbevel); 3. (heden), uiting, vorm van ongehoorzaam-zijn.