Wat is de betekenis van ondoordringbaar?

2024-04-26
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

ondoordringbaar

ondoordringbaar - Bijvoeglijk naamwoord 1. waar niets doorheen kan dringen, ondoorlatend. De vesting was ondoordringbaar. Woordherkomst Antoniem van doordringbaar met het voorvoegsel on- Antoniemen doordringbaar

2024-04-26
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

ondoordringbaar

ondoordringbaar - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: on-door-dring-baar 1. wat geen water doorlaat ♢ deze jas is van ondoordringbare stof 2. waar je niet doorheen kunt komen ♢ om het huis lag een...

2024-04-26
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Ondoordringbaar

bn., niet te doordringen: een ondoordringbaar harnas ; de omloordringbare wildernis ; de duisternis was er ondoordringbaar (voor het oog); — waterdicht: een jas van ondoordringbare stof.

2024-04-26
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

ondoordringbaar

bn. (niet te doordringen): een ondoordringbare wildernis; de duisternis was er ondoordringbaar, het oog kon ze niet doorboren; ondoordringbaar voor.

2024-04-26
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

ondoordringbaar

(ondo:r'dringba:r) bn. (...bare) en bw. 1. niet te doordringen : een woud; een ...bare duisternis; de vaste lichamen zijn 2. ondoorgrondelijk : een karakter.

2024-04-26
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

ondoordringbaar

bn., niet te doordringen: de ondoordringbare wildernis.

2024-04-26
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

Wil je toegang tot alle 10 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Ondoordringbaar

Ondoordringbaar bn. niet te doordringen : een ondoordringbaar harnas; een ondoordringbaar floers van rook; — waterdicht: eene jas van ondoordringbare stof; — (fig.) (van personen) ondoorgrondelijk. ONDOORDRINGBAARHEID, v. de hoedanigheid van ondoordringbaar te wezen; (nat.) de algemeene eigenschap der lichamen krachtens welke twee stof...