Wat is de betekenis van onderhand?

2024-04-28
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

onderhand

onderhand - Bijwoord 1. inmiddels, in die tijd, intussen, ondertussen Veel stamhoofden geloofden Tecumseh niet, zagen niet in dat de blanken ook hún gebieden zouden willen innemen of waren jaloers op zijn populariteit bij jongere krijgers. Daarnaast meenden zij vaak dat 'de blanken' onderhand wel gen...

2024-04-28
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

onderhand

onderhand - bijwoord uitspraak: on-der-hand 1. in die tijd ♢ jij belooft beterschap, maar onderhand maak je dezelfde fout Bijwoord: on-der-hand Synoniemen inmiddels, intussen, ondertussen, onderwijl, tussentijds

2024-04-28
Encyclopedie van Noord Brabant

Anton van Oirschot (1985-1986)

ONDERHAND

intussen, weldra, spoedig; b.v.: we moeten onderhand toch eens gaan zorgen dat er stook in huis komt, want het zal voort zo gaan winteren. Ook: eindelijk: b.v.: 't Is onderhand eens gedaan. Bron: W. Iven.

2024-04-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Onderhand

I. v. (-en), benedenste gedeelte van de hand. II. bw., 1. intussen; 2. (Zuidn.) spoedig, aanstonds.

2024-04-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

onderhand

bw. (Z.-N. aanstonds).

2024-04-28
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

onderhand

v./m., onderste deel van de hand.

2024-04-28
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-28
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Onderhand

v. (-en), het benedenste gedeelte van de hand.

Wil je toegang tot alle 9 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-28
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)