Onbevoegdheid
v.
Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)
het onbevoegd zijn. het onbevoegdheid zijn; het niet bevoegd zijn tot iets; het niet hebben van de bevoegdheid om iets te doen. Voorbeelden: Het gezamenlijk gezag eindigt: als het kind meerderjarig wordt [...]; indien een ouder of de niet-ouder onbevoegd is geworden tot het gezag, bijvoorbeeld door ondercuratelestelling. De andere ou...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Wiktionary (2019)
onbevoegdheid - Zelfstandignaamwoord 1. het niet bevoegd zijn ♢ Onbevoegdheid tot gezag. Woordherkomst Afleiding van onbevoegd met het achtervoegsel -heid
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
v., het niet hebben van een bevoegdheid, beschikkingsbevoegdheid of rechtsbevoegdheid. →handelingsbekwaamheid.
J. Kramer (1908)
gemis van bevoegdheid op grond van onvoldoende kennis van zaken; in rechten de toestand van dengene, die volgens de wet van de uitoefening van een of ander recht is uitgesloten.
Anthony Winkler Prins (1870)
Onbevoegdheid is in regten de toestand van hen, die volgens de wet uitgesloten zijn van een zeker regt. Men heeft staatkundige en burgerlijke, algemeene en betrekkelijke onbevoegdheid. Algemeene staatkundige onbevoegdheid bestaat volgens onze grondwet in Nederland niet. Wie aan de door de wet gestelde vereischten voldoet, kan als Nederlander alle b...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: