Wat is de betekenis van onbestaanbaar?

2024-04-30
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

onbestaanbaar

(1990) (inf.) niet te geloven. • Er zijn wachtlijsten voor volwassenenonderwijs. Dat is de zwakste groep die bereid is om weer te gaan leren. Die moet wachten! Dat is toch onbestaanbaar, maar het bestaat. (Trouw, 04/04/1990) • Als dossiers van Evenhuis en Meppelink inderdaad zijn verdwenen, dan is dat toch onbestaanbaar. Dat lijkt me fra...

2024-04-30
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

onbestaanbaar

onbestaanbaar - Bijvoeglijk naamwoord 1. dat iets niet kan bestaan Precies daarin verschilt de VVD van de PVV, die steeds meer is gaan uitsluiten dat ‘moslims’ en ‘Nederlanderschap’ ooit nog samen kunnen gaan: de islam moet volgens de PVV simpelweg uit Nederland verdwijnen, een ‘islamitische Nederlander’ is...

2024-04-30
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

onbestaanbaar

onbestaanbaar - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: on-be-staan-baar 1. wat niet kan bestaan ♢ 'vapr' is een onbestaanbaar woord in het Nederlands Bijvoeglijk naamwoord: on-be-staan-baar ... is onbestaanbaarder dan ......

2024-04-30
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Onbestaanbaar

adj., ûnbisteanber; — zijn nearne hinne, gjin kant út kinne.

2024-04-30
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Onbestaanbaar

bn. bw., 1. niet kunnende bestaan: onbestaanbare woorden; onbestaanbare getallen, imaginaire, b.v. 2. ; in ons land is tirannie onbestaanbaar; 2. in rechte niet kunnende gelden: hij heeft een testament gemaakt, waarbij hij al zijn kinderen onterfd en zijn gehele nalatenschap aan een vreemde vermaakt heeft; maar dat is onbestaanbaar; 3. onbestaan...

2024-04-30
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

onbestaanbaar

bn. (niet kunnende bestaan): onbestaanbaar met zijn hoge rang, daarmede volstrekt en van nature strijdig; een onbestaanbare wortelvorm, b.v. √-2.

2024-04-30
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

onbestaanbaar

(onbə'sta:nba:r) bn. (,..bare) 1. niet kunnende bestaan: zo'n stelsel is bij ons -; is een ...bare grootheid 2. strijdig: twee karakters die met elkander zijn.

2024-04-30
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

Wil je toegang tot alle 10 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-30
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Onbestaanbaar

bn. bw. niet kunnende bestaan: onbestaanbare woorden; in ons land is tirannie onbestaanbaar; — ook in toepassing op hetgeen niet wettelijk bestaan, in rechten niet gelden kan : hij heeft een testament gemaakt, waarbij hij al zijne kinderen onterfd en zijne geheele nalatenschap aan een vreemde vermaakt heeft; maar dat is onbestaanbaar; ik ben...