Wat is de betekenis van onbehouwen?

2024-04-26
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

onbehouwen

onbehouwen - Bijvoeglijk naamwoord 1. van een persoon een lomp en ruw en zonder enige beschaving Uber krijgt een normale ceo. En wordt dus een normaal bedrijf. Dat wordt wennen! Er waren nochtans een aantal beroemde zakenlui genoemd als mogelijke opvolgers van de onbehouwen, met pek en ­veren weggest...

2024-04-26
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

onbehouwen

onbehouwen - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: on-be-hou-wen 1. grof en weinig verfijnd ♢ aan zijn onbehouwen gedrag kun je zien waar hij vandaan komt Bijvoeglijk naamwoord: on-be-hou-wen

2024-04-26
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Onbehouwen

adj., ûnbihouwen, ûnbiheind, ûnbidich, lomp.

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Onbehouwen

bn. bw. (-er, -st), 1. niet behouwen, ruw: een onbehouwen blok marmer; 2. (fig.) ruw, lomp, grof, ongemanierd: wat een onbehou'wen lomperd; die onbehou'wen taal; — bw.: iets onbehou'wen zeggen; — (flg.) ruw, lomp, wat vorm of uiterlijk gedaante betreft, onmanierlijk groot: een lelijk, onbehou'wen m...

2024-04-26
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

onbehouwen

bn., bw. (eig. niet-behouwen, ruw; fig. lomp, ongemanierd): wat een onbehouwen lomperd! onbehouwen te werk gaan; zegsw. een onbehouwen stuk vlees, een lomperd.

2024-04-26
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

onbehouwen

(onbə'houwən) bn. en bw. (-er, -st) 1. niet behouwen: een blok marmer; een stuk vlees, ook Fig. een lomperd. 2. lomp, ruw, ongemanierd: een kerel! iets verklaren.

2024-04-26
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

onbehouwen

(het accent wisselt), bn. en bw. (-er, -st), 1. niet behouwen, ruw: een on'behouwen blok marmer; 2. (fig.) ruw, lomp, grof, ongemanierd: wat een onbehou’wen lomperd!; die onbehou'wen taal; bw., iets on'behouwen zeggen; onfatsoenlijk groot: een lelijk, onbehou'wen meubelstuk.

2024-04-26
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

Wil je toegang tot alle 10 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Onbehouwen

bn. bw. (-er, -st), (van steen en hout) niet behouwen, niet door beitel of eenig ander werktuig van de ruwheid ontdaan en gladgemaakt : een onbehouwen blok marmer; — (fig.) (van pers.) ruw, lomp, grof, hetzij in vorm of uiterlijke gedaante, of wel in manieren en gedragingen, ongemanierd: ohbehouwener kerel zag ik nooit; wat een onbehouwen lom...