Wat is de betekenis van Onbedeeld?

2025-07-16
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Onbedeeld

bn., 1. niet bedeeld, niet voorzien van; inz. met de ontkenning: niet onbedeeld van iets, er tamelijk wel van voorzien: hij is niet onbedeeld van aardse goederen; 2. geen bedeling uit de armenkas ontvangende.

2025-07-16
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

onbedeeld

(onbə'de:lt) bn, niet bedeeld, niet voorzien: niet van aardse goederen.

2025-07-16
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Onbedeeld

bn. niet bedeeld, niet voorzien van, niet gezegend met hetgeen in de bijstaande bepaling met het voorz. van wordt aangewezen : hij arm en onbedeeld van rang !; inz. met de ontkenning : niet onbedeeld van iets, er tamelijk wel van voorzien : hij is niet onbedeeld van aardsche goederen; — geene bedeeling uit de armenkas ontvangende, niet ten la...

Gerelateerde zoekopdrachten