Onbedeeld
bn., 1. niet bedeeld, niet voorzien van; inz. met de ontkenning: niet onbedeeld van iets, er tamelijk wel van voorzien: hij is niet onbedeeld van aardse goederen; 2. geen bedeling uit de armenkas ontvangende.
Van Dale Uitgevers (1950)
bn., 1. niet bedeeld, niet voorzien van; inz. met de ontkenning: niet onbedeeld van iets, er tamelijk wel van voorzien: hij is niet onbedeeld van aardse goederen; 2. geen bedeling uit de armenkas ontvangende.
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
J.H. van Dale (1898)
bn. niet bedeeld, niet voorzien van, niet gezegend met hetgeen in de bijstaande bepaling met het voorz. van wordt aangewezen : hij arm en onbedeeld van rang !; inz. met de ontkenning : niet onbedeeld van iets, er tamelijk wel van voorzien : hij is niet onbedeeld van aardsche goederen; — geene bedeeling uit de armenkas ontvangende, niet ten la...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: