onafgebroken
onafgebroken - Bijwoord 1. zonder te stoppen ♢ De jongen was onafgebroken aan het fluiten. Woordherkomst Afgeleid van afgebroken met het voorvoegsel on-
Wiktionary (2019)
onafgebroken - Bijwoord 1. zonder te stoppen ♢ De jongen was onafgebroken aan het fluiten. Woordherkomst Afgeleid van afgebroken met het voorvoegsel on-
Muiswerk Educatief (2017)
onafgebroken - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: on-af-ge-bro-ken 1. de hele tijd ♢ ze zat onafgebroken naar me te staren Bijvoeglijk naamwoord: on-af-ge-bro-ken Synoniemen chronisch, continu, doorlopend, gedurig, permanent, permane...
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: