omzien
omzien - Werkwoord 1. (inerg) naar ~: zorgen voor ♢ Er is niemand die omziet naar de armen in de samenleving. 2. (inerg) in terugwaartse richting blikken ♢ Toen hij omzag zag hij haar zwaaien. omzien - Zelfstandignaamwoord...
Wiktionary (2019)
omzien - Werkwoord 1. (inerg) naar ~: zorgen voor ♢ Er is niemand die omziet naar de armen in de samenleving. 2. (inerg) in terugwaartse richting blikken ♢ Toen hij omzag zag hij haar zwaaien. omzien - Zelfstandignaamwoord...
Muiswerk Educatief (2017)
omzien - onregelmatig werkwoord uitspraak: om-zien 1. ernaar op zoek gaan ♢ wij hebben omgezien naar een andere auto 2. over je schouder kijken ♢ omzien heeft niet veel zin Onregelmat...
Van Dale Uitgevers (1950)
(zag om, heeft omgezien), 1. achterwaarts zien, het hoofd omdraaien en de blik naar achteren wenden, omkijken: zij wandelde op en neer en zag niet eenmaal om; zonder omzien, (van pers.) zonder te letten op iets dat achter hen ligt en dat hen zou kunnen terughouden of hun vaart vertragen; eer men omziet, voor men de tijd heeft a...
M. J. Koenen's (1937)
zag om, h. omgezien (1 het hoofd omdraaien, omkijken; 2 om zich heen zien, hier en daar zien): 1. op dat geroep zag hij om; 2 we zullen eens omzien naar een nieuwe woning; niet omzien naar.
Jozef Verschueren (1930)
('om) I. (zag om, heeft omgezien) 1. omkijken, achterwaarts kijken, maar minder alledaags: de vrouw van Loth zag om en zij werd een zoutzuil; doe wel en zie niet om, doe wel en let er niet op of men u daarvoor zal prijzen of berispen; zonder -, zonder te letten op iets wat voorbij is en dat een hindernis zou kunnen zijn. 2. om zich heen zien...
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: