Wat is de betekenis van omvallen?

omvallen - Werkwoord 1. ergatief vanuit verticaal staande positie horizontaal komen te liggen ♢ Er was een fles rode wijn omgevallen en dat gaf een enorme zooi. Woordherkomst samenstelling van om(bijwoord) en vallen(werkwoord)

omvallen - onregelmatig werkwoord uitspraak: om-val-len 1. door de zwaartekracht komen te liggen ♢ de zwakke muur is omgevallen Onregelmatig werkwoord: om-val-len ik val om (... ik omval) ...

Wijst op een verandering die we in de waaktoestand teweeg moeten brengen. Het omvallen werkt onze vooruitgang tegen - wat ook verliezen met zich mee zou kunnen brengen. (Zie ook ‘Vallen’).

In het hedendaags Nederlands komt de verwensing ach, val om! voor. Eenmaal noteerde ik val om in je graf. Beide verwensingen worden gebruikt om emoties als boosheid, minachting en andere irritatie uit te drukken.

v., omfalle, -truzelje, trûzelje, -bruije, -kealje, der hinne falie, mjuksje; ik val om van slaap, de lea bifalle, bijowe my.

...

(viel om, is omgevallen), 1. door te vallen om komen te liggen: de karaf viel om, zodat de inhoud over tafel stroomde; — (oneig.) omvallen van 't lachen, van schrik, van verbazing, van de slaap enz., door een geweldige lachbui, of door een hevige aandoening van schrik enz. nauwelijks staande kannen blijven en gevaar...

viel om, i. omgevallen (1 door te vallen om komen ie liggen; omslaan en op de grond of enige andere oppervlakte in liggende toestand neerkomen; 2 van randen, boorden enz.: zodanig vallen, dat zij om komen te liggen, dat zij een andere stand bekomen, dat binnen tot buiten wordt): 1. tafels vielen om, de karaf viel om; een omgevallen boom; omvallen v...

('om) (viel om, is omgevallen) omver, op de grond of ergens anders op vallen: de fles viel om; van 't lachen, van schrik, van verbazing, daardoor nauwelijks kunnen staande blijven en gevaar lopen om te vallen.