Omstorten
I. (stortte om, heeft en is omgestort), 1. op de grond storten, omverstoten zodat de inhoud er uit loopt: hij heeft een wijnkan omgestort; — (metaalgieterij) de gietvormen zodanig omkeren, dat de nog vloeibare stof er uit kan lopen: het in de tingieterij gebruikelijke omstorten is ook bij de zinkgieterij goed toe te passen; 2. m...