Wat is de betekenis van Omstorten?

2024-04-30
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Omstorten

I. (stortte om, heeft en is omgestort), 1. op de grond storten, omverstoten zodat de inhoud er uit loopt: hij heeft een wijnkan omgestort; — (metaalgieterij) de gietvormen zodanig omkeren, dat de nog vloeibare stof er uit kan lopen: het in de tingieterij gebruikelijke omstorten is ook bij de zinkgieterij goed toe te passen; 2. m...

2024-04-30
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

omstorten

I. (’om) (stortte om, omgestort) 1. (heeft) omverstoten en op de grond storten : een kruik, een muur -. 2. (is) omvallen en op de grond storten : de koets stortte om. II. (om’stortdn) (omstortte, heeft omstort) eromheen storten (3) : palen met beton -.

2024-04-30
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Omstorten

(stortte om, heeft en is omgestort), op den grond storten, omverstooten zoodat de inhoud er uit loopt: hij heeft eene wijnkan omgestort; — met geweld omverwerpen, verwoesten, vernielen ; omgestorte vesten, muren, wallen; omgestorte altaren; — (metaalgieterij) de gietvormen zoodanig omkeeren, dat het holle gedeelte naar beneden komt en...