omstander
omstander - Zelfstandignaamwoord 1. toeschouwer, getuige ♢ De omstander schoot te hulp toen de spoorbomen dichtgingen en wist de man en de hond net op tijd weg te halen.
Wiktionary (2019)
omstander - Zelfstandignaamwoord 1. toeschouwer, getuige ♢ De omstander schoot te hulp toen de spoorbomen dichtgingen en wist de man en de hond net op tijd weg te halen.
Muiswerk Educatief (2017)
omstander - zelfstandig naamwoord uitspraak: om-stan-der 1. iemand die ergens omheen of bij staat ♢ de omstanders verhinderden dat de politie erdoor kon Zelfstandig naamwoord: om-stan-der de omstander ...
Van Dale Uitgevers (1950)
m. (-s), (gewoonlijk in ’t mv.) de om iem. of iets verzamelde menigte, het omstaande volk: bij deze grap begonnen alle omstanders te lachen.
M. J. Koenen's (1937)
m. (iem., uit de ergens omheenstaande menigte, toeschouwer)] inz. mv. omstanders: de omstanders lachten; een der omstanders.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
m. (-s), (gewoonlijk in het mv.) de om iemand of iets verzamelde menigte, het omstaande volk: bij deze grap begonnen alle omstanders te lachen.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: