omgebouwd
(1989) (inf.) operatief van geslacht veranderd. Zie ook: ombouwen*. • Geen vrouw zo mooi als een omgebouwde man. (Haagse Post, 28/01/1989) • Denise is volledig ‘omgebouwd’, maar, zegt zij van zichzelf: ‘Ik ben geen vrouw geworden nadat ik niet langer een man was. Ik ben een transseksueel. (René Stoute: Het grimmi...